Daar lig ik in de draken houding, de blessure die ergens door mijn enthousiasme en wilskracht is ontstaan speelt op. Hij stopt me in de houding, mijn gedachten zijn in overleg. ´Ik kan hier gewoon doorheen ademen´, gaat het aan de ene kant ´misschien moet je uit de houding komen´ zegt de andere kant. Een kleine confrontatie met mezelf kan ik wel zeggen, ik beweeg wat heen en weer, verder in de houding en weer terug, een kleine aanpassing.. maar er helemaal uit ga ik niet. Wanneer moet je doorgaan en wanneer moet je stoppen? Wanneer heb je je grens bereikt en is het beter een andere kant op te bewegen?
Macht der gewoonte
Wanneer de yoga docent aangeeft uit de houding te ‘mogen’ komen kom ik eruit, ik ga liggen op mijn buik en navoelen. Het is niet zozeer mijn lichaam waar mijn aandacht naar toe gaat, maar mijn gedachten. Wat is dit voor gewoonte? Waarom behoed ik anderen ervoor om niet over grenzen te gaan en leg ik die van mezelf ergens bij code rood, terwijl het grensgebied van groen en oranje een betere keus zou zijn? Ik heb altijd, onbewust, het gevoel ‘ik kan dit wel aan’, ik loods mezelf er wel doorheen, met mijn adem… en wilskracht kom ik een heel eind. “Ik heb een brede rug”, ik draag het wel, zijn de woorden die bij me binnen schieten.
Jong geleerd
Gelijk herinner ik mezelf de gewoonte en het overlevingspatroon van een jongere versie van mezelf. Het meisje dat opgroeide in een rommelig en onstabiel gezin, een moeder die er vaak alleen voor stond, maar dat eigenlijk niet trok. Haar eigen issues, de stress van een gezin met 3 kinderen en van tijd tot tijd een crazy man aan d’r zijde. Wij als kinderen plukten er de vruchten van, geen zoete vruchten in dit gevoel. Ze waren eerder zuur, misschien wel een beetje rot zo her en der. We leerden onze eigen boontjes doppen maar vooral leerden we haar te ontzien en creëerde ik een soort ongezonde verdraagzaamheid van pijn, stress en ongemak.
Grenzeloosheid
“Ik heb een brede rug, ik draag het wel”, was een dappere zin en gedachte die ik mezelf eigen had gemaakt, (vrij grappig trouwens, want zo groot en breed ben ik niet) of “ik kan alles wel aan” en “kennelijk kan ik het ook aan, anders gebeurde dit niet zo”. Gedachten die me op andere momenten super goed van pas zijn gekomen, maar ze hebben me aangeleerd een soort grenzeloosheid te omarmen in het aanvaarden en aangaan van stress, pijn en ongemak. Een gewoonte die me op dezelfde yoga mat twee weken eerder rechtstreeks een blessure in heeft gelokt. (Grammaticale speelsheid omarm ik ook)
Yin yoga als spiegel
Yin, het is heerlijk en nu voor het eerst confronterend op een hele nieuwe manier. Yin gaat om het discomfort omarmen en het ontspannen in en overgeven aan het discomfort. Dit om het zelfherstellend vermogen van het lichaam aan te spreken, de diepere lagen in jezelf aan te raken en fysiek gezien het bindweefsel wakker te schudden en aan het reparatie, herstel en opruimwerk te zetten. Tijdens yin kunnen er emoties omhoog komen, ongemakken en frustraties, dát vond ik nooit zo confronterend. Ik vond het wel lekker juist, ik wist en voelde dan ‘ik ben lekker mijn systeem aan het opruimen!’ Ondanks de fysiek voelbare pijn die daaraan gekoppeld kan zitten, zoek ik er dan ook graag mijn grenzen in op. Zolang ik de ontspanning op blijf zoeken, blijf ademen en blijf verzachten kan ik nog wel een stappie verder dacht ik. Onder het motto: “Lekker helen die boel, ik kan wel wat verdagen!” Terwijl ik dit schrijf lach ik om mezelf… Lekker yin Fiene.. Lekker mindful ook met jezelf en je lichaam!
Yin op wilskracht
Ik was me niet zo bewust van dit ongezonde patroon, vooral omdat het niet alleen negatief is… vind ik. Het zorgt er ook voor dat ik niet (altijd) weg loop voor ongemak, maar het aan durf te kijken en het zorgt ervoor dat ik niet bang ben voor pijn, maar weet hoe ik het kan beteugelen. Er zitten enorme voordelen aan, door deze skill geef ik mezelf de kans te groeien, ontwikkelen, los te laten en te helen. Maar daar liggend op mijn matje ervoer ik ineens het nadeel. De blessure die al 2 weken duidelijk voelbaar is in mijn bovenbeen had ik tot nog toe redelijk genegeerd, “is niks”.. Terwijl hij gister in een paar houdingen van zich af schreeuwde “ga je nou verdomme nog eens normaal doen en je grenzen accepteren?!” “Ik zit hier een snijdende pijn en voel- en zichtbare verdikking te zijn…. wanneer is het genoeg!?” Whoopsie…
“Boem is Ho”
Hoe ver kan ik gaan? “Gewoon doorrijden, boem is ho”. Een aanpak die wat je auto betreft hooguit een deukje en wat lakbeschadiging oplevert, maar als het aankomt op het fysieke, mentale en emotionele uiterste opzoeken wellicht wat minder raadzaam is. Mijn verhaal en de bodem waarin het op jonge leeftijd zijn wortels heeft gevonden is wellicht anders, maar het patroon is er één die niet alleen ik mezelf heb eigen gemaakt. Grenzen overschrijden door jezelf of laten overschrijden door een ander, te ver (door) gaan in je pijn en te veel “laten gebeuren”. De elasticiteit van je verdraagzaamheid, veerkracht, loyaliteit, begrip en de liefde die je geeft, veel te lang en veel te ver op rek brengen waardoor het vroeg of laat… scheurt.
Wanneer mag je een stap terug doen? Wanneer mag je stil staan, niks doen en jezelf overgeven aan het moment en de situatie zoals die is? (Ken je het verhaal van een gekookte kikker? Wanneer mag je uit die kokende pan springen?) Wanneer hoef je niet meer door te gaan maar mag je stoppen? Wanneer mag je een hele andere weg inslaan omdat die oude weg eigenlijk niet langer goed voelt? Wanneer mag je besluiten, zo is het genoeg? Wanneer mag je grenzen stellen voor de ander maar misschien nog wel meer… voor jezelf? Wanneer mag en.. wanneer GA je naar de signalen van je lichaam luisteren?
Wanneer mag je van grenzeloos en onbegrensd… naar begrensd?
Liefs,